Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a.: "Amsterdams cement": blz. 24 (geef rode mortel, rode voegen)
- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Eerste deel: A - K. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [679 blz. ISBN -]. Hierin "Cazius-cement": blz. 283
- Zwiers L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin "Amsterdamsch kunstcement": blz. 39
- Heijenbrok, Jacqueline & Guido Steenmeijer, "Pleisterplaats Welgelegen of Abraham van der Hart en het 'kunstcement'". In: Koldeweij, Eloy (red.), Stuc. Kunst en techniek. Amersfoort (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) & Zwolle (Waanders), 2010 [536 blz. ISBN 978.90.400.8650.2], hierin: blz. 368-385 (betreft de ontwikkeling van het Amsterdams en Cazius-cement).
- Stenvert, Ronald & Gabri van Tussenbroek & Karel Emmens & Ronald Glaudemans & Jan van der Hoeve & Koos Steehouwer Inleiding in de bouwhistorie. Opmeten en onderzoeken van oude gebouwen. Utrecht (Matrijs, in samenwerking met de Stichting Bouwhistorie Nederland), 2007. [216 blz. ISBN 978.90.5345.316.2]. Hierin "Amsterdams cement": blz. 100 (octrooi 1792: G.D. Cazius te Utrecht. In plaats van tras werd gebrande gemalen klei toegevoegd)
- "Roode en Dordsche cement; aanvulling". In: Nieuwsbrief NVMZ, 1999-nr 3/4, blz. 17 (betreft tekst uit Register van de Raad der stad Hoorn, 11-04-1797, betreffende de vergelijkende keuring van Roode cement (Amsterdams cement) en Dordsche cement (Tras).)
- "Roode en Dordsche cement: deel 3". In: Nieuwsbrief NVMZ, 2000-nr 1, blz. 11
- Balen, Koen van & Bert van Bommel & Rob van Hees & Michiel van Hunen & Jeroen van Rhijn & Matth van Rooden, Kalkboek, het gebruik van kalk als bindmiddel voor metsel- en voegmortels in verleden en heden. Zeist (RDMZ), 2003. [296 blz. ISBN 90.72691.36.9]. Hierin: blz. 68-69 (“Amsterdams of Casiuscement”)